Maar het tekort aan vitamine C ontstaat ook doordat roken de voorraad van deze vitamine uitput. Vitamine C is namelijk een zogeheten antioxidant-vitamine, evenals trouwens vitamine E en bèta-caroteen (pro-vitamine A). Deze vitamines beschermen het lichaam tegen oxidatie, de inwerking van zuurstof. Bekend voorbeelden van oxidatie zijn het roestig worden van metaal, het bruin worden van geschild fruit en het ranzig worden van boter. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat oxidatie een rol speelt bij het ontstaan van ziekten als kanker en hart- en vaatziekten.

De oxidatie wordt veroorzaakt door zogeheten vrije radicalen, zeer agressieve stoffen die onder andere ontstaan bij het roken. Bij één trekje aan een sigaret komen duizend miljard vrije radicalen het lichaam binnen. Hoe meer vrije radicalen, hoe meer 'roest' (schade) er optreedt aan de cellen en weefsels van het lichaam. De vitamines C, bèta-caroteen en E gaan de aanmaak van vrije radicalen tegen en neutraliseren ze in het lichaam. Dat is mooi, maar het wegvangen van de vrije radicalen gaat wel ten koste van de vitaminevoorraad. Dat heeft in ieder geval in de Verenigde Staten al geresulteerd in een verhoging van de ADH (aanbevolen dagelijkse hoeveelheid) van vitamine C voor rokende mannen naar 125 milligram (niet-rokende mannen hebben een ADH van 90 milligram). Voor rokende vrouwen geldt een verhoging van de ADH naar 110 milligram (niet-rokende vrouwen hebben een ADH van 75 milligram). Voor bèta-caroteen en vitamine E, de twee andere antioxidant-vitamines, gelden vooralsnog geen verhogingen. Nederlands wetenschappelijk onderzoek laat wel een gunstig resultaat zien van de toediening van vitamine E aan een groep rokers. Maar het is nog te vroeg om daar definitieve conclusies aan te verbinden