Over vitaminesupplementen is de laatste tijd veel te doen. 'Helemaal niet nodig als je maar goed eet', roepen veel mensen. Maar zo eenvoudig ligt het toch niet. Natuurlijk zijn er mensen met slechte eetgewoonten, die hun toevlucht nemen tot vitaminepreparaten. Verandering van het eetgedrag is dan uiteraard beter dan pillen slikken. Er zijn echter bepaalde groepen - kinderen, rokers en senioren - die op zichzelf goed eten maar gebaat zijn bij extra vitamines. Ook gedurende de zwangerschap zijn vitaminetoevoegingen van belang.Van foliumzuur (een B-vitamine) bijvoorbeeld, is de heilzame rol bij het voorkomen van open ruggetjes en miskramen bekend.

En wist u dat, hoewel er in Nederland geen grootschalige tekorten aan vitamines en mineralen voorkomen, er een uitzondering moet worden gemaakt voor vitamine A, vitamine B-6, ijzer, koper en selenium? Voor deze voedingsstoffen ligt de gemiddelde inneming onder de ADH (door de Gezondheidsraad aanbevolen dagelijkse hoeveelheid). Dit betekent dat er kleine tekorten kunnen optreden, die zich uiten in klachten over verminderde eetlust, vermoeidheid, concentratieverlies, slapeloosheid, lusteloosheid en prikkelbaarheid. Het probleem is dat deze klachten ook heel goed door iets anders kunnen worden veroorzaakt dan door een klein vitamine- of mineralentekort. Alleen een individueel bloedonderzoek kan uitwijzen of er sprake is van een beginnend tekort aan vitamines of mineralen. U moet nooit zo maar in het wilde weg gaan slikken.

Over het algemeen is een toevoeging bestaande uit verschillende vitamines te prefereren boven een toevoeging van slechts één vitamine. Vitamines werken namelijk vaak samen in het lichaam en bovendien komt het zelden voor dat iemand van maar één vitamine te weinig binnenkrijgt. De dosering van extra vitamines moet met mate geschieden. Voor de vitamines A en D geldt een dosering van éénmaal de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH). Voor alle overige vitamines geldt een dosering van maximaal vijf keer de ADH. Hogere doseringen hebben geen nut en kunnen ongunstige neveneffecten oproepen. Ongecontroleerde inname van voedingssupplementen en vitamine preparaten, met name wanneer ze vitamine A en D bevatten, kan snel leiden tot hypervitaminose, met ernstige gevolgen. Men dient zich dan ook aan de geadviseerde doseringen te houden en bij twijfel altijd een arts te raadplegen

Een speciale voorbehoud is op zijn plaats ten aanzien van de zogeheten orthomoleculaire voedingsleer. Volgens deze leer zijn megadoseringen van vitamines en mineralen - vaak tientallen malen de ADH - noodzakelijk om het lichaam optimaal van deze stoffen te voorzien. Orthomoleculairen zijn bijvoorbeeld voorstander van een zeer hoge vitamine-C-consumptie. Het is de vraag of dit zinvol is. Het menselijk lichaam kan gemiddeld niet meer dan 200 milligram vitamine C per dag opnemen. Het overschot wordt uitgeplast. Bovendien is het niet per defintie zo dat een 'overdosis' van een bepaalde vitamine gezondheidswinst oplevert. Meestal is een teveel nutteloos en het kan ook schadelijk zijn. Volgens TNO Voeding ontbreekt een wetenschappelijk fundament voor de orthomoleculaire voedingsleer.